Dat samen fietsen heilzaam is voor mensen met dementie, staat voor Raymond als een paal boven water. Een jaar geleden zei de arts dat de dementie van zijn vader terrein aan het winnen was. Hij zou waarschijnlijk snel achteruit gaan. Dat was het moment waarop Raymond met zijn vader op de duofiets is gestapt. Sindsdien maken ze twee keer per week samen een tochtje. En dat doen ze dus nog steeds. De ziekte heeft zich langzamer ontwikkeld dan verwacht. “Dus: ga wat doen samen!” is Raymonds oproep.
Ritueel
“Waar gaan we naar toe?” vraagt Raymond. Zijn vader antwoordt: “Naar Warmond. Maar niet verder hoor.” Elke keer hetzelfde ritueel, dezelfde vraag, hetzelfde antwoord. Vol warmte praat Raymond over zijn vader. “We zijn nog nooit naar Warmond gefietst. Meestal gaan we naar Noordwijkerhout, om het witte kerkje heen, dat vindt hij leuk. Soms gaan we terug door het duin en rijden we naar het strand bij Langevelderslag. Daar lopen we dan even naar de zee. Als we weer thuiskomen, vraagt mijn moeder altijd aan hem: ‘En, waar ben je geweest?’ Het mooie is, dat hij dan vaak wel weet dat we bij het witte kerkje zijn geweest. Dat is best bijzonder, want bij dementie verdwijnt je kortetermijngeheugen als eerste.”
Voltijds mantelzorger
Zijn vader en moeder wonen nog zelfstandig samen. Voor zijn moeder is het zwaar, om nu bijna voltijds mantelzorger te zijn. Zij krijgt even ‘vrijaf’ als haar man een paar uurtjes aan het fietsen is. Zelf is ze ook wel eens met haar zoon op de duofiets gestapt.
Als zijn vader in de dagopvang is, verrast Raymond hem wel eens. “Dan pak ik de duofiets en ga ik hem ophalen. Veel mensen daar zitten toch wat voor zich uit te staren. Mijn vader zit vaak voor het raam naar buiten te kijken. Als ik hem op zijn schouder tik, die blik …” Hij is even stil. “Dat is onbetaalbaar. Je ziet hem zo opklaren. ‘We gaan fietsen!’ zeg ik dan. Dat vindt hij geweldig.”
De laatste tijd gaat het wel echt minder. Zijn vader heeft inmiddels een infuus nodig, maar Raymond laat zich er niet door weerhouden. “Ik knoop het infuus aan de stok op de wandelstokhouder, en dan kunnen we prima fietsen.”
Dichter bij elkaar
Tijdens het fietsen praat hij veel, zegt Raymond. “‘Mooie blauwe lucht’, zegt hij vaak. Hij kijkt graag naar de bomen, de vogeltjes. Hij praat ook veel over het verleden. Oorspronkelijk komt hij uit Indonesië. Door zijn dementie raakt hij verder van ons weg, maar door onze ritjes komt hij juist ook dichter bij me te staan.”
“Ga wat doen met iemand die dementie heeft”
Hersenen activeren
De gezamenlijke fietstochten zijn waardevol voor beide mannen. “Ga wat doen met iemand die dementie heeft!” zegt Raymond dan ook vol vuur. “Fietsen is echt goed voor ze! Hun zintuigen worden geprikkeld, het ritmische bewegen van de benen is gezond.” De hersenen blijven op die manier steeds weer even geactiveerd. Zo kan een persoon met dementie nog gedurende langere tijd mooie momenten beleven en die momenten samen delen is, in Raymonds woorden, onbetaalbaar.
Marjan
Heel emotioneel verhaal! Super fijn dat jullie het als zo mooi ervaren. En dat infuus mee vind ik hilarisch 🤣. Geniet van jullie momenten.
Groetjes Marjan (ook een vrijwilliger Fm lisse)
Lot
Hi! Leuk interview. Ik zie wel dat jullie het over ‘demente vader’ hebben, terwijl dit als kwetsend ervaren kan worden. Misschien kunnen jullie dit aanpassen? Voor meer info kunnen jullie hier meer lezen: https://www.dementie.nl/nieuws/dement-dementeren-mensen-met-dementie#:~:text=Fout%20zijn%20ze%20taalkundig%20niet,mensen%20die%20de%20ziekte%20hebben.&text=Zelfs%20ons%20belangrijkste%20woordenboek%20vindt,dat%20je%20lijdt%20aan%20dementie.
Astrid Kromhout
Hoi Marlotte, dankjewel voor je opmerking en de verhelderende link. Kwetsen willen we natuurlijk zeker niet. Daarom heb ik de titel, de quote en de laatste zin aangepast. Weer wat geleerd.
Raymond van der Pool
Het is mooi verhaal geworden Astrid, dank je wel!
Astrid Kromhout
Dankjewel Raymond, en fijn dat je jullie verhaal wilde delen. Je boodschap is heel helder.