Interview met Jos Tukker aug. 2020

“Elke keer heb je een verschrikkelijk leuke tijd.”

Als je Jos Tukker hoort praten over het fietsen met zijn gasten wil je zelf meteen op de duofiets stappen. Zijn toon is nuchter maar zijn enthousiasme is overduidelijk. Jos fietst met drie gasten en is elke week op de duofiets te vinden. Bovendien maakt hij proefritten met nieuwe vrijwilligers en gasten om ze de fiets uit te leggen. Hoe kan dat, voor iemand die zegt een hekel te hebben aan fietsen?Hoe ben je bij Fietsmaatjes terecht gekomen?

“Zo’n anderhalf jaar geleden zocht ik iets om na mijn pensionering lekker mee bezig te zijn. Op een dag zag ik een stel op een duofiets door het dorp gaan en die hadden zoveel lol samen. Op de website van Fietsmaatjes Hillegom Lisse meldde ik me aan en ik kreeg visite van Lucas, een van de coördinatoren voor Hillegom. De week daarop maakte ik met Leen een proefrit en ik dacht: dit is appeltje eitje. Je bent lekker buiten bezig en je hebt altijd gezellige praatjes. Ik fiets zelf wel in de buurt, maar ik heb er altijd een hekel aan, ik krijg snel zadelpijn. Op de duofiets zit je prima, dat bevalt goed.”

Was het anders dan je van tevoren had gedacht?

“Het viel me heel erg mee. Ik had eigenlijk niet zoveel met oudere mensen. Maar je treft geen chagrijnige mensen. Ik heb ook even met een mevrouw gefietst die dementerend was. We hebben zó gelachen. Nu fietst zij met haar dochter, die is ook vrijwilliger geworden. Het is zo anders omgaan met dementerende mensen op de duofiets dan als ze in een tehuis zitten.”

Met wie fiets je?

“Ik ben gekoppeld aan een mevrouw van 82, heel gezellig. Een onderwijzeres, af en toe is ze nog een echte juf. Ze staat middenin de maatschappij. Onlangs zijn we voor het eerst sinds Corona weer wezen fietsen. Ze was nog nergens geweest. ‘Zeg het maar’, zei ik, ‘waar wil je heen?’ Ze wilde graag naar het strand. ‘Prima, als het te druk is dan draaien we om.’ Dat viel alles mee en we hebben heerlijk in de branding gelopen.”

Wie zijn je andere twee gasten?

“Elke oneven week fiets ik met een echtpaar, de ene keer met meneer van 94 en de andere keer met mevrouw van 92. Vorige week ben ik even op visite geweest. Zij zijn door Corona maandenlang de deur niet uit geweest en hebben echt een jasje uitgedaan. Ze zijn dan ook wat voorzichtig om weer te fietsen maar ik zei: ‘Je hoeft helemaal niets te doen, ik fiets wel.’ Beweging of niet, zolang ze maar genieten, dan doe ik het ook.”

Wat maak je allemaal mee onderweg?

Jos hoeft niet lang te denken, anekdotes genoeg. “Vrijdag ging ik proeffietsen met een 81-jarige man die zijn hele leven in Hillegom had gewoond. Oh, dacht ik, dan ga ik naar het Lokhorsterduin bij de Stichting Vogelenzang. Vroeger kon je er niet heen, nu kun je op dat terrein wandelen en fietsen. Al die mensen die ik daarnaartoe meeneem kijken hun ogen uit. Oudere Hillegommers denken dat ze Hillegom kennen, maar ze weten niet dat er in Hillegom ook duinen liggen en zulke dikke bomen groeien.”

Een ander verhaal dat hem is bijgebleven is dit. “Mijn vaste gast, de man van 94 jaar, tuinde altijd achter de vuilnisbelt bij Lisse, wat nu de golfbaan Tespelduyn is geworden. Dat wist ik niet en toevallig namen we een keer het fietspad langs de belt. Hij werd helemaal gek! Het fietspad blijkt dwars over zijn bollenveld te lopen. Dertig jaar geleden is hij gestopt met werken en hij was er nooit meer geweest. We zijn bij alle buren even het erf op geweest om een praatje te maken. Hij vond het geweldig.”

Wat zou je zeggen tegen nieuwe vrijwilligers?

Hier is Jos even stil. “Uhm, dat weet ik niet. Gewoon doen eigenlijk.” Dan volgt weer een verhaal. “Dit jaar hebben we samengewerkt met leerlingen van het Fioretti College aan het project Vliegende Winkel. Een stuk of zeven van die jongeren van 15, 16 jaar, handen in de zakken, kauwgom in de mond, je kent het wel. Ik fietste met een van hen naar Keukenhof, de rest erachteraan tegen de wind in. En ze werden zo enthousiast! Een paar zeiden dat ze dit wel met hun opa of oma wilden doen. Het hoeft niet elke week, je moet niks. Maar elke keer heb je een verschrikkelijk leuke tijd.”

Interview met Jos Tukker aug. 2020